Column van Toon: De taal van mijn tranen en mijn lach

Het besef is bikkelhard: ik heb de leeftijd bereikt waarop de herinneringen aan het spelen met knikkers zwart-wit zijn geworden. Na 24 lentes moet ik me druk gaan maken over de zaken die ik lang voor me uit heb geschoven omdat ze lang niet tot mijn wereld behoorden: een vaste baan, een huis, een hypotheek. Ontegenzeglijk beginnen mijn voortplantingsorganen zich ondertussen ook af te vragen of ze niet eens serieus werk moeten gaan verrichten, in plaats van louter in het rond te lanterfanten: is het niet tijd om voor nageslacht te zorgen?
Nee, schreit mijn brein, dat kan nog wel even wachten. Eigenlijk een opluchting, want ik moet er voorlopig niet aan denken dat kindergeschreeuw mijn huis zou vullen en ook in de edele kunst der luierverschoning zou ik geen uitblinker zijn.

Bovendien zou dan de vraag rijzen: in welke taal dienen die nakomelingen opgevoed te worden? Is dat het Nederlands, de taal van mijn denken en dagelijkse doen en de taal van mijn vriendin, of is dat het Limburgs, de taal van mijn jeugd, van mijn tranen en mijn lach? Volgens Limburgse consultatiebureaus is een combinatie van beide het beste. Onderzoeken hebben namelijk meermaals aangetoond dat tweetaligheid een voordeel is bij de ontwikkeling van het taalgevoel bij kinderen en van hun woordenschat. Ook het Limburgs in peuterspeelzalen en kinderopvangcentra moet om die reden worden gestimuleerd, volgens taalonderzoekers.

De lichte twijfel over het vraagstuk in welke taal een mini-mij moet worden grootgebracht, verdwijnt door dit onweerlegbare argument als sneeuw voor de zon. Een uitgestoken tong voor alle landgenoten die Limburgers schamperend na menen te moeten doen, een dikke middelvinger voor degenen die lachen naar de televisie als daar in het journaal om de mening van de Limburgse man op straat wordt gevraagd. Tegen onze bi-linguïstiek valt niet op te schertsen, met ons overweldigend grammaticaal inzicht en onze imponerende woordenschat zijn we iedereen op taalniveau de baas. Ha! Mijn kind, de groothertog van de grammatica. Buigt! Buigt allen voor de sire der syntaxis!

Oei, gevaarlijk. Ik krijg er zin in, merk ik. Er staat me nu maar één ding te doen: ervoor waken dat ik de horrorvooruitzichten van trommelvliesbeschadiging en bergen volgescheten poepbroeken niet vergeet. Daarna zie ik wel weer verder.

Meer lezen? www.toonroumen.nl