Lienletje: Omheinde tuinen
Hoeveel Limburgers hebben nog een tuin die ze consequent haof noemen? Ik hoor dat woord zelden meer: het tuint alom. Daarom moet ik verzuchten: det tuint neet good oftewel het ziet er niet best uit vo or Oos Taal. Tuine is tonen, laten zien. Een mooi gezegde van vroeger: zie tuint al get, je kunt zien dat ze groot geit, zwanger is.
Waarom is haof weg geschoffeld, ondergespit door ‘tuin’? Waarom heeft kids ‘kinderen‘ in de hoek gezet? Ik weet niet of zulke vragen enige zin hebben. Kids is een modewoord geworden. Kort woord, vlot, stoer. Nauwelijks bruikbaar in samenstellingen. Kidsarts? Ook woorden als kidsloos of kidsachtig zijn haast ondenkbaar. Woorden zijn niet in elkaar te zetten als een Ikea-kast.
Misschien geldt voor haof ook zoiets. Haofmuibele? Daakhäöfke? Aansjtandj oftewel aanstellerij. Gekrujehäöfke op het balkon? Ik durf niet te beweren dat het woord gekrujehäöfke nooit gebruikt is. Misschien heeft iemand wel het beroemde gedicht van Suster Bertken (1427-1514) Ic was in mijn hoofkijn om cruyt gegaen in het Limburgs vertaald.
Zo, nu ben ik verdwaald in mienen taalhaof. Gewoon verder. Het is geen doolhof, dus ik kom er wel weer uit. Het woord ‘hof’ in de betekenis ‘tuin’ is vrijwel verdwenen uit het Nederlands. Doolhof is een voorbeeld, naast de Hof van Eden ofwel het Aards Paradijs. Tegenwoordig zie je vaak HET doolhof, wat het dwalen bevestigt.
‘Tuin’ is taalkundig hetzelfde woord als Limburgs toen, verkleinwoord tuunke, Duits Zaun. Betekenis: hekwerk, omheining. Hier danken we (wellicht) de uitdrukking ‘om de tuin leiden’ aan: misleiden, niet de juiste of hele waarheid vertellen. We zien dus dat het woord ‘tuin’, in de Middeleeuwen tuun (omheining) een geheel andere betekenis gekregen heeft: een door haag, muur of afrastering omsloten stuk grond. Dat woord tuun stak de Noordzee over, werd daar een beetje anders uitgesproken en bracht het tot naam voor het totaal omheinde: town, stad. Nou ja, town rijmt wel wat op Zaun.
Wim Kuipers
November 2021