21 februari: Internationale Dag van de Moedertaal

Op donderdag 21 februari is het weer Internationale Dag van de Moedertaal. Die dag is door de Unesco uitgeroepen om aandacht te vragen voor de 6000 talen die wereldwijd nog gesproken worden maar waarvan bijna de helft met uitsterven bedreigd wordt. Zo erg is het met ons Limburgs gelukkig nog niet gesteld maar het is goed om erbij stil te staan dat een taal niet vanzelf blijft bestaan. Als in een taal niet actief gesproken en geschreven wordt, bestaat de kans dat ze langzaamaan verdwijnt. En als een taal niet via onderwijs wordt doorgegeven aan de kinderen, is het extra moeilijk om te zorgen voor behoud ervan.

Waarom is het belangrijk dat een taal en dus ook ons Limburgs blijft bestaan? De Unesco geeft aan dat een taal het meest krachtige instrument is om ons materieel en immaterieel erfgoed te behouden en te ontwikkelen. Met andere woorden: de taal geeft ons toegang tot wat in het verleden geschreven en gesproken, gezongen en gedeclameerd is. Als we die taal niet meer begrijpen gaat alles wat onze voorgangers in die taal hebben gezegd voor altijd verloren. En wij geven alles wat we in die taal schrijven of opnemen door aan onze kinderen en kleinkinderen. Zodat ze over honderd jaar nog kunnen nagaan hoe wij nu carnaval vieren, om maar eens wat te noemen.

Veldeke heeft er verleden jaar in 2018 alles aan gedaan om de Dag van de Moedertaal op de Limburgse agenda te zetten. In samenwerking met de krant De Limburger hebben we ervoor gezorgd dat in de 8 edities van die krant een artikel van Guus Urlings over onze moedertaal in 8 verschillende dialecten te lezen was. En omdat je een taal eigenlijk ook moet kunnen beluisteren, hebben we die teksten ook nog eens ingesproken zodat ze te beluisteren zijn. Luister maar eens hoe rijk ons Limburgs is in de taal van Venray, Venlo, Weert, Roermond, Sittard, Maastricht. Lemiers en Kerkrade.