Column over het Bargoens als geheimtaal
Jeanette Wolters schreef een column over het Bargoens, een geheimtaal die ook in Limburg haar historie kent.
Het Bargoens is van oorsprong een geheimtaal die gebruikt werd door reizende handelaren, landlopers en – nu nog steeds – zigeuners. Zo’n geheimtaal is handig als je elkaar iets wilt meedelen wat niet voor veemde oren bestemd is. Bijvoorbeeld als je een naïeve klant wilt beduvelen of als er een agent in de buurt is. Tegenwoordig heeft de straattaal die onder jongeren gebezigd wordt eenzelfde functie. Rechters hebben een tolk nodig om die taal te ontcijferen wanneer de gesprekken van jeugdige criminelen onder elkaar bij een rechtszaak voorliggen.
Groenstraat-Bargoens
Ook Limburg heeft zijn Bargoense traditie. Op dit moment spreekt nog een handvol mensen het Groenstraat-Bargoens, een taal die haar wortels heeft in het begin van de 16e eeuw. Zij houden de taal in ere van de smokkelaars die vooral in de 18e eeuw de Duitse grens overtrokken om hun handel te drijven; niet zelden bestond die handel uit vrouwenhaar, dat gebruikt werd door pruikenmakers. Maar ook in later tijden bedienden rondrekkende marskramers zich nog van verschillende varianten van het Bargoens.
Bargoense woorden in het Montforts
Er is weinig onderzoek gedaan naar het Bargoens. Dat het vooral een taal was die in de marges van de samenleving gebezigd werd zal daar niet vreemd aan zijn. Het is een taal zonder vaste grammatica die vooral uit losse, vreemde woorden bestaat. In Limburg heeft Pierre Bakkes zich verdienstelijk gemaakt met zijn studie naar Bargoense woorden in het dialect van zijn moedertaal, het Montforts. Maar hoeveel mensen tegenwoordig nog Bargoens spreken is ongewis. Pierre Bakkes constateert dat veel Roermondse jongeren van oorsprong Bargoense woorden door hun taal mixen.
Voor de volledige tekst van de column van Jeanette Wolters over het Bargoens kunt u hier klikken.