Column van Toon: Ode aan het plat
Ofschoon ik ben opgeleid tot docent Nederlands en in die functie voor de klas dollemanspraktijken uithaal om mijn liefde voor het Nederlands aan zeurderig zuchtende pubers over te brengen, gaat er voor mij toch niets boven de zoetgevooisde, zacht helende klanken van het plat. Mijn hart maakt eerder een sprongetje wanneer ik in een Amsterdamse McDonald’s de ronde tonen van het Limburgs hoor dan wanneer ik, vlugkokend op een Grieks strand, ergens hoekig Nederlands ontwaar.
Uiteraard: niets ten nadele van het Nederlands, want zoals ik al schreef hang ik ook die taal, ondanks zijn soms botte karakter, graag de nodige medailles om de hals. Maar het is nu eenmaal zo dat ik mijn zielenpijntjes eerder uitstort bij iemand die de taal van mijn jeugd spreekt, en dat als ik mag kiezen ik minder angst ervaar bij een in het dialect sprekende tandarts. Ons plat, dat is emotie.
Ik word dan ook, tegen beter weten in, geraakt wanneer het Limburgs in het verdomhoekje wordt gezet. Maarten van Rossem die in De Slimste Mens meerdere malen opperde om omwille van ons taaltje de hele provincie aan België cadeau te doen: afgezien van mijn respect voor de oude cynicus raakten zijn opmerkingen me wel degelijk. Dat Chantal Janzen een dialectcoach in de arm nam om van haar Tegelse accent af te komen, en dat ze nota bene, met haar nieuwe noordelijke accent, een paar jaar geleden uitgeroepen werd tot ‘bekendheid met de meest aangename stem’ – Van Veldeke draait zich om in zijn graf. Maar ach, al die miserie verbleekt bij het aanhoren van dat wat nog altijd de voertaal is in de regionen waarin we wonen, werken en alles doen wat van God moet en tevens wat hij verboden heeft.
De intelligente, want steevast bilinguïstische, zuiderling die zwijgt, kwelt zichzelf en iedereen om hem heen. Daarom roep ik u op, Limburgers der natie: spreekt! Laat het plat over de tongen rollen als nooit te voren, en wees trots op de muziek die de ruimte zal vullen. Trekt u zich nog minder dan niets aan van alle kulveroordelingen van hen die menen te moeten vonnissen. Dat, en niets anders, wordt de boodschap die in mijn lessen Nederlands tijdens het komende schooljaar centraal zal staan. Spreekt!
Meer lezen? www.toonroumen.nl