Column van Toon: Roots van de Roumens
Naast dat hij het huis tot drie keer toe haast liet afbranden en zijn familie probeerde op te bellen met de afstandsbediening van de televisie, zorgde Alzheimer er in de laatste levensfase van mijn opa ook voor dat hij uit niets dan verwardheid de papierbak spekte met enkele van zijn mooiste boeken. Zo zag ik, tussen een stapel oude kranten, een paar jaar geleden de crèmewitte omslag van het Thoears Woeardebook.
Ik herkende het boek omdat ik mijn opa er regelmatig met een stille glimlach rond zijn mond in had zien bladeren. Dat grasduinen langs woorden die zijn verleden vormden, bleek naarmate zijn hersenen verder werden leeggevreten lastiger te worden dan wij ons voor kunnen stellen. Een boek vol letters als irritant abstracte hiëroglyfen: al met al een bijzonder ingewikkelde aangelegenheid voor wie als een levende dode langzaam de wereld vergeet.
De roots van de Roumens liggen dus in Thorn. Mijn opa was geen prater (want: wie spreekt kan niet luisteren), maar áls hij sprak, dan sprak hij over zijn geboortedorp. In bloemrijke taal, gelardeerd met woorden die ik later terugvond in zijn woordenboek, beschreef hij dan hoe hij zijn eerste jaren sleet in het stadje dat zich onderscheidt door de witte huizen in het centrum. Ondanks dat ik er niet vaak ben geweest en er de weg niet zonder Google Maps zou kunnen vinden, voel ik telkens wanneer ik het boek zie, een diepe heimwee naar de stad van mijn wortels.
Zonder iets te zeggen nam ik het boek uit de papierbak en kneep erin alsof ik het verdriet van de onvermijdelijke aftakeling zo niet alleen hoefde te dragen maar kon delen met het papier. Ik keek naar mijn opa, die doelloos rondjes wandelde in de tuin. Weer keek ik naar het boek, naar mijn rugzak in de hoek. Ik twijfelde kort, maar de keuze was snel gemaakt.
Inmiddels heeft het Thoears Woeardebook een ereplaats in mijn boekenkast.
Meer lezen? www.toonroumen.nl