De Benrather Linie: waar piep pief wordt
Het congres van de VLDN had dit jaar als thema de Benrather Linie. Dat is de grens waar ook in de Limburgse dialecten de p in een f verandert (piep (= pijp) wordt pief), de k in een ch (make wordt maache) en de t in een s (water wordt wasser). Twee leden van het provinciale bestuur van Veldeke Limburg gaven tekst en uitleg over hoe dat zo gekomen is. Lei Heijenrath begon met een historische verklaring waarin de dominante positie die Aken sinds de Middeleeuwen heeft ingenomen in deze regio bepalend was voor de invloedssfeer van de Öcher sproach (Akense taal). Daarbij speelde niet alleen de politieke machtsverhoudingen een rol (vanaf Karel de Grote was Aken lange tijd een centrum van de macht in Europa), maar ook de kerkelijke vestigingen in de vorm van kloosters die vanuit Aken in de wijde omgeving werden opgericht. En de Benedictijnen die daar verantwoordelijk voor waren strekten hun gebied vanuit Aken uit tot voorbij Vaals, tot over wat nu de grens met Nederland is. En in dat gebied werd piep pief.
Peter Klein verfijnde de loop van de Benrather Linie (die naam is ontleend aan het dorp Benrath dat iets verderop in Duitsland op die taalgrens ligt) nog eens door aan te geven dat de scheiding tussen piep en pief soms dwars een dorp liep, afhankelijk van waar de kinderen naar school gingen. Gingen ze in Vijlen naar school dan zeiden ze piep, gingen ze naar Lemiers dan zeiden ze pief. Peter liet geluidsfragmenten horen die hij en zijn kompanen hadden verzameld voor het samenstellen van hun boek Ós Moddersproach, waarin de dialecten van Vijlen, Lemiers en Vaals naast elkaar worden gezet. Zo konden de deelnemers aan het congres met eigen oren horen welk een verschil er was tussen dorpen die op een steenworp afstand van elkaar liggen. In Vaals en Lemiers drinken ze wasser en in Vijlen water. Als ze al geen beer drinken, waar ze in Lemiers en Vaals dan weer ’t bier tegen zeggen.
Het congres vond dit jaar plaats in de Kopermolen in Vaals, de voormalige Evangelische kerk. De congresgangers kregen naast de voordrachten nog een rondleiding door het centrum van Vaals en in het bijzonder door het gemeentehuis. Burgemeester Reg van Loo verhaalde als een ware spreekstalmeester de historie van het monumentale pand dat indertijd gebouwd is door Johann von Clermont, die vanuit Aken de lakenindustrie naar Vaals bracht. Na de pauze gaf Gerald van Berkel nog een toelichting bij zijn boek over Limburgse waternamen en vertelde Stefanie Ramakers over haar onderzoek naar de toongevoeligheid van Limburgse kinderen en volwassenen. Al met al een bijzonder geslaagd congres. De VLDN (Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde) is een Belgisch-Nederlands samenwerkingsverband op dialectgebied. Het congres was dit jaar georganiseerd in samenwerking met de Veldeke Kring Um Mamelis. Volgend jaar vindt het congres weer in België plaats.