De GGD uit ten onrechte kritiek op kinderopvang Humpie Dumpie
Er is al veel geschreven over de kritiek die de inspectie van de GGD uitte over het feit dat bij de kinderopvang Humpie Dumpie in Margraten te veel dialect gesproken werd. De kern van de kritiek was: Dialect spreken met de kinderen is toegestaan maar “Limburgs mag nooit de hoofdtaal zijn”. Er zou minimaal 50% Nederlands gesproken moeten worden volgens de nieuwe wetgeving over meertalige kinderopvang.
De GGD kent de wet die zij moet inspecteren blijkbaar niet goed. Op de website van de Rijksoverheid staat als toelichting bij die wet: “Een verdeling van ten minste 50% Nederlands (of Fries of een streektaal) en maximaal 50% Duits, Engels of Frans heeft positieve effecten op de taalontwikkeling van kinderen.” Er moet volgens de wet dus ten minste 50% Nederlands óf Fries óf een streektaal (waaronder Limburgs) gesproken worden met de kinderen. “Ten minste” betekent niet dat het niet meer mag zijn. Dat houdt dus in dat ook volgens de wet zelfs 100% Limburgs is toegestaan.
Laten we uitgaan van de goede bedoelingen van de GGD en dat zij zich – in de veronderstelling dat zij de wet aan hun zijde hadden – hebben laten leiden door de zorg dat kinderen die (te veel) dialect spreken een achterstand oplopen bij het leren van de Nederlandse taal. Die zorg is inmiddels door wetenschappelijk onderzoek in alle toonaarden ontkracht. Bovendien worden kinderen via tal van andere kanalen (tv, liedjes, voorleesboekjes, sociale media en noem maar op) geconfronteerd met de Nederlandse taal. Dat Humpie Humpie volgens de wet in het pedagogisch beleidsplan iets over het taalgebruik zou moeten opnemen, daar kon de inspectie wel eens gelijk in hebben.
Voor het aanleren van de Limburgse taal is het spreken en horen ervan op de kinderopvang daarentegen van essentieel belang. Vroeger groeiden kinderen tot zij vanaf hun vierde jaar naar de kleuterschool gingen, op met het dialect van hun ouders. Zo kreeg die taal de gelegenheid zich te vestigen in de kinderhoofdjes. Tegenwoordig gaan kinderen op veel jongere leeftijd naar de opvang en als zij daar Nederlands krijgen aangeleerd, zal de Limburgse taal onvoldoende ontwikkeld zijn om te beklijven. En dat is niet alleen nadelig voor de Limburgse taal maar ook voor de kinderen, aan wie de positieve mogelijkheid van meertaligheid van jongs af aan ontnomen wordt.