Jean Frins promoveert op Frans Erens, de Limburgse Tachtiger
Op donderdag 9 september verdedigde Jean Frins (1982) aan de Rijksuniversiteit Groningen zijn proefschrift Gendelettre. De vormende jaren van Frans Erens, 1857-1893. De neerlandicus en germanist schreef de dissertatie op instigatie van zijn Parijse werkgever, Sorbonne Université.
Als student wijdde Frins zijn doctoraalscripties aan de Limburgse dialecten, maar als onderwerp van zijn proefschrift wendde hij zich tot een andere liefde: Frans Erens. Nadat Frins als 16-jarige gymnasiast met een spreekbeurt over Erens’ autobiografie Vervlogen jaren een heel lesuur Nederlands had gevuld, contacteerde zijn leraar Ben van Melick Erens-kenner Harry G.M. Prick met de woorden: ‘Ik heb je opvolger ontdekt!’ Prick begon prompt een briefwisseling die Frins stimuleerde om Nederlands te gaan studeren.
Gesprekken met Miekie Schoenmaeckers-Erens
Ook later bleef Jean Frins zich met Erens bezighouden. Zo publiceerde hij in 2009 een artikel over de Limburgse Tachtiger in De Maasgouw en liet hij vanaf 2013 werk verschijnen van onder anderen Emile, José en Frans Erens en van Frans Erens’ leerling Frits Roosdorp. In 2017 bezocht hij Miekie Schoenmaeckers-Erens, de dan 95-jarige nicht van de schrijver. Zij bleek over haar in 1935 overleden oom te kunnen vertellen alsof ze hem nog pas had gesproken. Het bleef niet bij één visite. Urenlange praatsessies volgden, waarvan Cilia Erens, kleindochter van Erens’ broer, de hagiograaf Emile, opnamen maakte.
Het werd druk bij de gesprekken in Miekies Amsterdamse stadsvilla. De letterkundigen Dick van Halsema en Lucien Custers en Bernard Asselbergs, zoon van Anton van Duinkerken, wilden er getuige van zijn, want zo dicht bij de schrijver van Vervlogen jaren zouden ze nooit meer kunnen raken. Toen de Sorbonne Frins een jaar later aanspoorde om werk te maken van een promotieonderzoek, viel alles op zijn plek. Geen ander onderwerp dan Frans Erens lag meer voor de hand. Terwijl hij colleges bleef geven – behalve in Parijs ook aan de Universiteit van Belgrado – schreef Frins noest verder. Exact twee jaar en zes maanden na de start van het project plaatsten zijn promotoren Mary Kemperink en Kees Snoek hun handtekeningen onder het resultaat.
Gendelettre
De titel Gendelettre verwijst naar de gelijknamige, in 1891 verschenen, Parijse sleutelroman van Erens’ vriend Paul Belon, waarin deze de Schaesbergenaar opvoert als titelpersonage en hem portretteert als prototypische man van de letteren. Het is één van de vele bijzonderheden die Prick nooit heeft belicht in zijn Erens-publicaties. Mede daardoor bevat Frins’ boek tal van primeurs. Zijn Gendelettre biedt het wonderlijke verhaal van een ambitieuze Schaesbergse jongen die zowel in Parijs als in Amsterdam binnen de kortste keren een bekende schrijver wist te worden. Het is een verhaal vol alcohol en bloemen van het kwaad, maar ook van innige vriendschappen en liefde voor Zuid-Limburg.
Gendelettre wordt verrijkt met niet eerder herdrukte teksten van Frans Erens. De studie is verkrijgbaar vanaf maandag 13 september 2021 als geïllustreerde hardcover, telt 564 pagina’s en kost € 52,50 (ISBN 978-90-826310-7-4).
Foto: Jean Frins en Miekie Schoenmaeckers-Erens ( † 16 juli 2018), op 20 juni 2018 gefotografeerd door Cilia Erens.