Onderzoek Taalunie veroorzaakt storm van kritiek

De kranten hebben er vol van gestaan: “Taalunie negeert Limburgse taal” kopte de Limburger. “Absurd” was de kop van het hoofdredactioneel commentaar in dezelfde krant. Professor Leonie Cornips sprak in haar column schande van het onderzoek en Guus Urlings deed daar niet voor onder. Waar gaat hat allemaal over? De Taalunie, een adviesorgaan van de Nederlandse en Vlaamse overheid op het gebied van taal, heeft onderzoek verricht naar de staat van de Nederlandse taal. In dat onderzoek was een cruciale vraag die naar de moedertaal van degene die de vragenlijst invulde. Nu was het bijzonder merkwaardig dat daarbij bijvoorbeeld wel Engels of Frans of zelfs Fries kon worden ingevuld, maar niet een Limburgs dialect. Wie thuis dialect sprak werd geadviseerd dan maar Nederlands in te vullen. Zo komt de Taalunie tot de voorbarige conclusie dat bijna 90% van alle inwoners van Nederland het Nederlands als eerste taal heeft.

Nu weten we uit ander onderzoek dat in Limburg meer dan 70% van de inwoners thuis een van de Limburgse dialecten spreekt. Die vind je in dit onderzoek dus helemaal niet terug. En daar ontstond terecht een hoop commotie over. Paul Weelen, zanger en schrijver uit Heerlen,  was de eerste die aan de bel trok bij de Taalunie. De reactie op zijn vragen stookte het vuurtje alleen maar op: de Taalunie beschouwt het Limburgs niet als een aparte taal maar als een “grensoverschrijdend dialect van het Nederlands”. En dat terwijl het Limburgs minstens even veel gemeen heeft met de taal die in het Rijnland wordt gesproken als met het Nederlands. En dat terwijl het Limburgs al jaren geleden door de Nederlandse overheid officieel als een aparte streektaal erkend is. Maar toen die erkenning indertijd aan de orde was, toonde de Taalunie zich ook al een fervente tegenstander van die erkenning omdat daardoor het aantal inwoners dat Nederlands spreekt met verschillende honderdduizenden zou worden verminderd. En hoe meer mensen Nederlands spreken, des te belangrijker kan de Taalunie zich zelf presenteren.

Naar aanleiding van alle commotie is op initiatief van professor Leonie Cornips een petitie gestart waarmee iedereen kon protesteren tegen het onrecht dat de Limburgse taal was aangedaan. En het waren niet de minsten die zich achter die petitie schaarden: bekende dialectschrijvers als Colla Bemelmans en Leo Herberghs, programmamakers als Tom Doesburg en Frans Pollux, artiesten als André Rieu en Gé Reinders, schrijvers als Connie Palmen en Jacques Vriens, politici als Lilian Ploumen en Ger Koopmans, wetenschappers als Wiel Kusters en Raymond Corbey, enz. enz. De hele provincie op zijn achterste poten. Intussen is de petitie als door bijna 2000 mensen ondertekend. En het eind is nog niet in zicht. De Taalunie heeft al laten weten dat zij zich voor een volgende editie van het onderzoek, over twee jaar, nog eens zal beraden of de vraagstelling niet kan worden aangepast. Dan is alle opwinding in ieder geval niet voor niets geweest.

Voor wie de petitie nog niet heeft ondertekend, die kan daarvoor hier nog terecht. Voor wie het complete rapport “De Staat van het Nederlands” wil doornemen, dat is te downloaden op de website van het Meertens Instituut in Amsterdam.