Over de Hollandisering van het Limburgs
In Elseviers Weekblad verscheen een column waarin de schrijver protesteert tegen het aanvaarden van “groter als” en “hun” in plaats van “hen” in de Nederlandse taal. Jacques Aussems uit Beek zegt te weten hoe dat komt en hij schreef daarover een ingezonden brief. Die willen we u niet onthouden.
Ik lees altijd met plezier de column TAAL van René van Rijckevorsel. Zo ook die opgenomen in EW 8 mei 2021 met als titel Groter als en met subtitel Blijf van onze taal af, taalkundigen! Hij schrijft dit n.a.v. de in april gepresenteerde nieuwe derde ANS, de Algemene Nederlandse Spraakkunst. Daarbij vraagt hij zich af wat de taalkundigen zich nu weer hebben bedacht.
Hij verwondert zich over het feit, dat b.v. groter als.. voortaan als juist worden beoordeeld. Hij merkt o.m. ook op dat het onderscheid tussen hen en hun wordt verlaten. Oorzaak: de taal van de volkszangers en de marktkramen wordt standaardtaal.
De columnist noemt echter niet een andere oorzaak n.l. het doorstromen van bevolkingsgroepen van de ene naar de andere kant in ons land. Randstedelingen gaan wonen in andere delen van Nederland waar dialect vaak nog dominant gesproken wordt. Omgekeerd gebeurt dat ook. Zij nemen daarbij kenmerken van de door hen gesproken taal mee.
In Limburg maakt men zich b.v. zorgen over het binnendringen van randstedelijke spraakkenmerken in het dialect. Het dialect wordt langzaam aan dialectisch-Nederlands. Omgekeerd zal dat zeker ook het geval zijn. De twee vermelde voorbeelden zijn duidelijk herkenbaar in b.v. het Limburgse dialect: groter dan wordt in het Limburgse dialect steevast groàter es; kijk hen daar wordt uitgesproken als kiek hun dao.
Misschien kan EW in de toekomst eens middels een artikel onderzoek doen naar de relatie van de in de ANS voorgestelde wijzigingen en de spreektaal elders in Nederland en zich hierbij niet gemakshalve te beperken tot de herkomst uit het milieu van volkszangers en marktkramen.
Tot slot. Wordt het niet tijd, dat het zangerige, meer gevarieerde taalgebruik van buiten de randstad, ook in radio- en t.v.-programma’s een vaste plek krijgt?
Jacques Aussems