Platbook: meer dan 1200 pagina’s geschreven Limburgs

Het was een beetje een jubileum bij de presentatie van de twintigste uitgave van Platbook. 20 Platboeken wil zeggen dat er de afgelopen 10 jaar meer dan 1200 pagina’s met Limburgse poëzie en proza zijn gevuld. En dat is beste iets om eventjes bij stil te staan. Dat deden dan ook de dichters en schrijvers en andere geïnteresseerden die op 17 november bij elkaar waren gkomen in café ’t Maashuuske in Illikhoven. Paul Weelen nodigde de auteurs een voor een naar voren en vroeg hen een stukje voor te lezen uit hun bijdrage aan Platbook 20, dat als thema “Det sjmaak nao mier” had. Dat thema was heel vrij ingevuld en ging bepaald niet allein over culinaire specialiteiten, al waren er ook odes aan rode kool en aan een glaasje bier.

Redacteur Ronald Colée

Voor de redacteur van deze aflevering van Platbook, de Limburger-journalist Ronald Colée, vond de presentatie plaats op een bijzondere locaties want zijn ouders hebben in het verleden ’t Maashuuske jarenlang uitgebaat. Ronald Colée selecteerde veertig teksten uit de in totaal bijna negentig inzendingen uit de hele provincie. Onder hen zijn bedreven auteurs die al een goede naam hebben opgebouwd in de Limburgse literatuur, maar ook diverse nieuwkomers. Redacteur Ronald Colée: ‘Ik heb me mogen laven aan woorden als boajbreukske, koekake, krollemol, klevièterkes, rainiejoeng en zevezöldersgezich en dat smaakte goed!’.

Over Platbook

Platbook is bedoeld voor Limburgse dialectschrijvers en –lezers. De bundels worden uitgegeven in opdracht van het Huis voor de Kunsten Limburg in samenwerking met Veldeke Limburg, Raod veur ’t Limburgs, Stichting LiLiLi, Uitgeverij TIC en Wim Kuipers. Auteurs uit de hele provincie werken mee om telkens een ander thema te beschrijven in hun eigen verhalen, gedichten en andersoortige teksten. Platbook 20 is evenals alle voorgaande nummers voor 9,90 euro te koop in diverse Limburgse boekhandels en ook via de webshop van Uitgeverij TIC.

Geschreven Limburgs

Om een taal levend te houden dient ze niet alleen gesproken maar ook geschreven te worden. Wie schrijft, die blijft, dat geldt ook voor het Limburgs. Door te schrijven kunnen we onze taal, maar ook onze gedachten en onze historie, doorgeven aan het nageslacht en kunnen we terug lezen wat onze voorouders in schrift voor ons bewaard hebben. Maar veel mensen die Limburgs spreken hebben moeite om Limburgs te schrijven. Ze denken dat de spellingsregels zo ingewikkeld zijn dat ze niet een swillen beginnen om die te begrijpen. Of ze voelen zich beschaamd om op fouten betrapt te worden. Gelukkig lijkt de jeugd daar minder last van te hebben: die appe en twittere er vrolijk op los in hun moedertaal, zonder zich druk te maken over een leesteken meer of minder. En zo hoort het ook: het is belangrijker dát in het Limburgs geschreven wordt dan hoe dat geschreven wordt. Die spellingregels komen later nog wel aan de orde. Em misschien kunnen we die regels dan ook nog eens een keer wat minder ingewikkeld maken.

Wim Kuipers heeft zich altijd ingezet voor het geschreven Limburgs. Hij heeft zelfs ooit geprobeerd om te komen tot een Algemeen Geschreven Limburgs, maar dat is hem op een hoop kritiek komen te staan. Om van al die plaatselijke dialecten één taal te maken, daarvoor waren de geesten in Limburg nog lang niet rijp; en misschien zullen ze dat ook nooit worden. Maar je kunt ook in verschillende dialecten zo schrijven dat ze voor iedereen die Limburgs spreekt te begrijpen zijn. En los daarvan heeft Wim Kuipers door zijn columns in de krant (De Letterbak), door zijn poëziemailservice (Veldgewas), door zijn initiatief tot het uitgeven van Platbook en recentelijk door zijn rubriek Lidioom op de website van Veldeke, zich altijd sterk gemaakt voor het geschreven Limburgs. En nu heeft hij 2019 uitgeroepen tot het Jaar van het geschreven Limburgs. We zullen zien waar ons dat brengt. Maar dat het geschreven Limburgs een zetje in de rug goed kan gebruiken, dat staat buiten kijf.