Ruzie in het Meertens Instituut over enquête Taalunie
We hebben al uitvoerig bericht over de commotie die ontstaan is naar aanleiding van het onderzoek van de Taalunie over de Staat van het Nederlands, waarin voor het Limburgs geen plaats was ingeruimd. Nu is de actie van Leonie Cornips en andere Limburgers bij iemand van het Meertens Instituut in het verkeerde keelgat geschoten. Die iemand is Frans Hinskens, de coördinator van het intussen beruchte onderzoek. Hij schrijft nu een open brief aan Leonie Cornips (collega bij het Meertens Instituut) die vol staat van schampere opmerkingen en verwijten. We willen ons helemaal niet bemoeien met het geruzie over wie wat eerder had kunnen weten en of de steekproef wel of niet goed getrokken is; dat zoeken de professoren maar onder elkaar uit. Maar meneer Hinskens gaat in zijn reactie ook te keer tegen het feit dat we proberen het Limburgs te behouden en te bevorderen. Allemaal onzin, volgens hem. Immers, zo schrijft hij:
“De waarheid is dat de Limburgse dialecten, evenals al die andere dialecten van het Nederlands en van de meeste moderne Europese talen, in onbruik raken als gevolg van enerzijds een complex van maatschappelijke ontwikkelingen (onderwijs, vervoer, telefoon, moderne media, schaalvergroting op allerlei gebieden, globalisering en ga maar door) en anderzijds het feit dat de dialecten door hoe langer hoe minder ouders worden doorgegeven aan hun kinderen; men meent namelijk dat dialect weinig of geen aanzien heeft en dat de taal van het onderwijs en het maatschappelijke succes nu eenmaal de standaardtaal is. Voor Zuid-Limburg komen daar de veranderingen in de bevolkingsopbouw (migratie uit andere delen van het land en uit diverse andere landen) bij die een gevolg waren van de snelle industrialisatie van de steenkolenmijnbouw. It’s the economy, stupid!”
Dank u zeer! Van de Taalunie en van het Meertens Instituut moeten we het dus niet hebben als we ons dialect willen behouden. Al wat hierboven beschreven wordt, vormen nu juist de moeilijke omstandigheden waarin we proberen om de Limburgse taal overeind te houden. En dat doen we omdat we de waarde erkennen van een taal die dicht bij de mensen staat, die anders is als de taal van de overheid en het onderwijs omdat ze uit het hart komt en niet uit lesboekjes of ambtelijke documenten. En dat het dialect in Limburg weinig aanzien geniet, is grote onzin. Anders als in Amsterdam of Rotterdam of Den Haag, waar dialect meteen volks en ordinair is, spreken we ons Limburgs dialect van hoog tot laag, van vuilnisman tot burgemeester. En dat heeft inderdaad met identiteit te maken, met een stukje eigenheid tegenover de Randstad en de rest van de wereld. It’s the emotion, stupid!!
Maar dat weet meneer Hinskens ook allemaal wel. Hij komt namelijk zelf uit Waubach (Gemeente Landgraaf). Zo kennen we ze weer, de Limburgers die zodra ze in Amsterdam wonen, menen ons de les te moeten lezen.
Wie de volledige tekst van de open brief van Frans Hinskens wil nalezen, kan terecht op de website van het online tijdschrift Neerlandistiek.