Volgens De Limburger schamen Limburgers zich voor hun dialect (niet waar)

Dat krijg je als je onderzoeksrapporten maar half leest of klakkeloos overschrijft wat er in een persbericht staat. De Limburger schrijft in de krant van dinsdag 12 maart 2019: “Limburgers zijn weliswaar zeer trots op hun dialect maar schamen zich er tegelijkertijd het meest voor.”  Dat klinkt nogal tegenstrijdig en zou toch de vraag moeten opwerpen hoe dat kan. Maar zoveel moeite wilde de journalist zich blijkbaar niet getroosten. Daarom zijn we zelf maar op onderzoek uitgegaan. De uitspraak is gebaseerd op een onderzoek dat in opdracht van de NOS is uitgevoerd door I&O Research. In dat rapport staat een tweetal tabellen waarin per provincie staat aangegeven waar de inwoners trots op zijn en waar ze zich voor schamen.

Waar zijn Limburger trots op?

Op de vraag waar Limburgers trots op zijn antwoordt 42% van de ondervraagde Limburgers dat de gemoedelijkheid ofwel  de Bourgondische levensstijl voor hen een bron van trots is. Op de tweede plaats volgt Carnaval met 30% (onder de jongeren tussen 18 en 24 jaar is dat zelfs 52%). Daarna volgt als meest genoemde de Limburgse taal/dialect met 27% waarbij er geen enkel verschil valt te constateren tussen jong en oud. Daarbij dient aangetekend dat men maximaal twee antwoordcategorieën mocht aankruisen waardoor geen zuiver beeld wordt verkregen van het aandeel van de Limburgers dat daadwerkelijk trots is op zijn taal. Misschien is men wel trots op zijn taal maar trotser op twee andere zaken die de provincie kenmerken.

Waar schamen Limburgers zich voor?

Op de vraag waar Limburgers zich voor schamen antwoordt 59% dat ze zich nergens voor schamen als het om Limburg gaat. Dat werpt toch een ander licht op de uitspraak dat Limburgers zich het meest schamen voor hun dialect. Want als we kijken welk aandeel van de Limburgse deelnemers zich daadwerkelijk zegt te schamen voor dat dialect dan is dat niet meer dan 15%. Dat is dan wel meer dan in veel andere provincies het geval is maar die hebben dan meestal ook geen eigen taal. In Friesland, waar men wel een eigen taal heeft, zegt ook 14% zich daarvoor te schamen. Uit de toelichting die daarbij gegeven wordt (voor Limburg ontbreekt zo’n toelichting), blijkt dat die schaamte onder andere wordt ingegeven doordat men het dom vindt overkomen als iemand op de nationale televisie duidelijk als Fries overkomt. Het lijkt erop dat we hier weer te maken hebben met een verwarring tussen dialect en accent. Een andere reden waarom sommige Friezen (een kleine minderheid, net als in Limburg!) zich schamen voor hun taal is dat iemand vaak wordt uitgesloten als hij of zij geen Fries spreekt. Dat lijkt dus vooral te gelden voor inwoners van Friesland die geen Fries spreken. En dat zou je eerder onder het kopje ergernis dan onder schaamte moeten plaatsen.

Grotendeels niet waar

Kortom: de uitspraak dat Limburgers zich het meest schamen voor hun taal of dialect beoordelen we op basis van bestudering van het rapport van I&O als grotendeels onwaar. De meeste Limburgers schamen zich nergens voor als het hun provincie betreft. Wie de moed heeft om het hele rapport er op na te slaan kan dat hier vinden.