Lidioom: Wi-j en oom BOA

Nog één keer over de persoonlijke voornaamwoorden. Aan de beurt komen twee trio’s: veer veur vuur en vae wae weej. Er zullen er vast wel meer zijn, maar heeft dat wat te maken met de rijkdom van Oos Taal? Zo ja: kunnen we daar dan wat mee? Shinen? Ik hou me aanbevolen.

Thuis heb ik voor ‘wij’ veur geleerd. Ik schrijf evenwel veer, omdat dat de meest voorkomende vorm is, en bovendien in het midden van ons taalgebied. Wil ik daarmee die andere vormen uitzetten, de grens over? Zulke zaken, daar ben ik niet mee bezig. Ik kan met de beste wil geen kwalitatief verschil zien tussen al die vormen. Wel hebben veer, veur en vuur (Kerkrade en omgeving) het voordeel dat ze een verkorte vorm naast zich hebben. Die wordt, net als in het Nederlands, gebruikt als er minder nadruk op het voornaamwoord ligt. Laote véér gaon kan gezegd worden als het om een beslissing gaat. Bij Laote v’r gaon is er misschien geen duidelijke reden om te gaan.

Er is nog wat over te vertellen. Het v’r staat hier voor een aantal mensen, waar de spreker deel van uitmaakt. Dat hoeft niet altijd. Kijk eens naar de vraag van een BOA: en dan doen we dat dus maar? Zelf hoort hij zeker niet bij dat we. Bovendien kan dat we op een enkel individu slaan; dan is het badinerend gebruikt.

Hoort dit gebruik van we nu bij Lidoom? Ik denk van niet. Misschien bij de stilistiek. Het is bijzonder, maar niet bijzonder Limburgs, zoals we gezien hebben. Wel kunnen we opmerken dat de voornaamwoorden we en v’r bij het respectievelijke taaleigen horen, omdat de verwante talen Engels en Duits geen onbeklemtoonde vorm van we en wir kennen.

Een Limburgse vraag daarom zou kunnen zijn: hebben W-vormen als weej (bijna het hele noorden, vanaf Reuver) ook een minder betoonde vorm? Zeker, beweert het Venrays Woordenboek, en dat zou we zijn. Helder en klaar. Dat we zien we ook in Helden e.o., maar dan als een vorm van wae, dat – om het ingewikkeld te maken – ook de verkorte vorm van het vragend voornaamwoord waem (wie?) is.

Sorry, waar gaan we henen? De woestijn in? Vooruit dan, u krijgt nog een variant van weej cadeau, eentje, zegt het woordenboek van Venray, ‘met korte  -i- vergelijdend (?) in -j-. Hoe zou je zoiets schrijven?

Ik zou haast zeggen: zoek dat zelf maar op. Komt u Normaal tegen en de  Superboeren van de Graafschap: daar is wi-j gewoon ‘wij’, waarna u een k’pje k’ffie kunt g’n drinken in Luncherie Wi-j Ésj in Weert.

Reageren? redactie@veldeke.net of veldgewas@home.nl

 

Lidioom is onze wekelijkse rubriek over het eigene van de Limburgse taal. Alle voorgaande afleveringen zijn terug te vinden in ons archief.