Column: Wim Kuipers heeft het helemaal gehad met die spellingsdiscussie
Verkiezingen, Baudet (won die niet de Tour in het jaar dat Nolten zo goed was?), Mannschaft in minuut 90, drie doden in Utrecht: je zou bijna vergeten dat in onze krant (De Limburger) de voorbije dagen opvallend veel geschreven werd over ons dialect. Vijf lezersbrieven over spelling, twee artikelen van eigen journalisten, een reactie daar weer op van prof. Cornips, en een oproep “het behoud van het Limburgs voor de komende generaties (…) in het coalitieakkoord te verankeren”: als dat zou kunnen. En nu moet ik ook nog iets kwijt? Laat me subiet zeggen wat ik wil: ik wil af van het woord dialect, want dat dient nergens voor.
Lezersbrieven
Het begon met een kattenbelletje van de krant (De Limburger). Limburgers zouden zich van alle Nederlanders verreweg het meest schamen voor hun dialect. Helemaal niet waar, kegelde Veldeke meteen terug (lees hier die reactie). Ik geloof dat evenmin maar kan me daar wel een beetje iets bij voorstellen. Na dat schaamstuk kwamen de brieven. Lezer een uit Meterik (boven de A76) meent dat daar ook Limburgs gesproken wordt en besluit met de zin: Jao en now is ut klaor. Duidelijk maar er zitten wel vier fouten in, zei een man die zich troubadour noemt. Fouten? Zeker: now is Engels en Troubadourmans schrijft: joa en kloar want dat heeft hij vroeger zo geleerd, op schoolo. Zou dat echt?
Nog meer brieven
Nummer drie: (…) zelfs in Maastricht zijn er weer per wijk en dorp andere schrijfwijzes en uitspraken. Ik weet niet wat met dat zelfs bedoeld was maar het is gegarandeerd waar. Waarom zou men in Itteren niet een beetje anders spreken? Toen kwam iemand die zich docent Limburgse dialecten noemt. Meteen na die bekentenis ging hij verder: “Wil het Limburgs overleven, dan zal het geschreven moeten worden.” Hulde, Limburgse champagne, helemaal mee eens. En dank dank dat de docent dialecten hier van HET Limburgs spreekt. Hij gaat echter verder: “Belangrijk is wel dat het correct geschreven wordt (…). Vooruit, daar ga ik verder niet op in. Ik ben genoeg uitgescholden. Ik wil wel aandacht vragen voor het eind van het stukje. Een taal die leeft, verandert, zegt de docent, en als bewijs volgt: ‘Koopen’ en ‘loopen’ schreven we vroeger zo. Vraag: is daarmee de táál veranderd? Diploma inleveren.
Chaos?
Daarna kwam een vorige hoofdredacteur van Veldeke zijn mening vertellen. Hij protesteert tegen de mening dat er tig verschillende dialecten zijn, allemaal met een eigen spelling. Zou men in al die spellingen schrijven dan wordt het een chaos, zegt hij. Ik denk dat dat wel meevalt. Men kan Nederlands ‘boom’’ als boum of baom schrijven, maar dan houdt het ook op. Beide spellingen zijn begrijpelijk. Ik heb nog nooit iets als poum, gaum, voum of dat soort spellingen gezien. Ik denk dat heel weinig mensen onleesbaar spellen. Maar daar gaat het niet om.
Limburgs in de krant
Wat dan wel? Op de eerste plaats: dit gedoe (ook het woord chaos) is schadelijk voor het aanzien van Onze Taal. Zo krijgt de hoofdredactie van De Limburger bewijs na bewijs dat ‘het dialect’ niet veel voorstelt., en dat het vergeefse moeite is cursiefjes of zkv’tjes (zeer korte verhaaltjes) in het Limburgs in de krant te plaatsen; dat is dik twee jaar geleden beloofd. Men kan nu zeggen: in hoeveel dialecten wil je die verhaaltjes hebben? Alleen al voor Maastricht zeven verschillende stukjes?
Ophouden met gedoe over spelling
Ik denk dat we ons veel ellende kunnen besparen door enkel nog van ‘Limburgs’ te praten wanneer het over meer dan EEN plaatselijk dialect gaat. Ik zou niet weten wat tegen ‘Limburgs’ is in plaats van dialect – dat is ook nog duidelijker. Op de tweede plaats, en dat zal wel simpel lijken: laten we ophouden met dat gedoe over spelling want als er bijna niet meer in het Limburgs geschreven wordt, heeft spelling weinig zin. Schrijven dus. En de spelling bewaren voor de toeptafel.
Naschrift van de redactie: Veldeke hanteert als het om spelling gaat de volgende richtlijn: streng voor jezelf, soepel voor anderen. Dat betekent dat we het van meer belang achten dát er in het Limburgs geschreven wordt dan hoe dat geschreven wordt. Van de andere kant hechten we er wel aan dat als iemand wil weten welke spelling wordt aanbevolen, dat is terug te vinden en na te lezen. Vandaar dat Veldeke in 2003 het Spellingsadvies heeft opgesteld dat voor alle varianten van het Limburgs gebruikt kan worden ( Maastricht vormt natuurlijk weer een uitzondering omdat men daar een spelling had die al voor 2003 officieel erkend was). Wat niet wil zeggen dat die spelling boven elke discussie verheven is of dat die niet ooit veranderd, en vooral vereenvoudigd zou kunnen worden. Maar daar moeten we het volgens Wim Kuipers voorlopig maar beter niet over hebben. Naar aanleiding hiervan laat Wim Kuipers nog weten dat hij niets tegen spellingsregels heeft maar wel tegen de eeuwige discussie daarover.