Convenant over de erkenning van de Limburgse taal

In november van verleden jaar ondertekenden rijk en provincie een convenant waarin het Limburgs officieel erkend werd als regionale taal. Naast het Fries en het Nedersaksisch is het Limburgs binnen Nederland de derde door de Nederlandse overheid erkende regionale taal. Op Europees niveau was dat in feite al eerder gebeurd, toen dezelfde rijksoverheid in 1997 het Europees Handvest voor regionale of minderheidstalen onderschreef. Als u de volledige tekst van het Convenant wilt lezen dan kunt u hier klikken.

Over de consequenties van het convenant en de veranderingen die dat met zich mee bracht, is voor en na de ondertekening heel wat discussie geweest. Vooral de passages waarin duidelijk wordt gemaakt dat het convenant geen nieuwe wetgeving met zich meebracht en al helemaal geen extra financiële middelen vanuit de rijksoverheid, stemde menigeen cynisch.

Uiteindelijk was de algemene stemming toch dat de overheid in Den Haag nu eindelijk de Limburgse taal serieus neemt en dat het convenant in ieder geval de mogelijkheid biedt om samen met Den Haag aan behoud en versterking van het Limburgs te gaan werken. Ook de bevestiging dat de Limburgse taal volgens de wet toegelaten is in alle geledingen van het onderwijs, van peuterspeelzalen tot en met hogescholen, was een steun in de rug van iedereen die al jaren ervoor pleitte dat vooral gezorgd moet worden dat de jeugd het Limburgs niet verleerd.

De meest recente bijdrage aan de discussie levert Yuri Michielsen in zijn column over de juridische en bestuurlijke consequenties van het Convenant. Die column is zeer de moeite waard en hier te lezen.