Lidioom: Glijmiddel in het ijsje

Volgende week al Allerzielen. Ik heb vaker in de jachtsneeuw gestaan die dag. Bar koud. De Pruisen hebben de deur open laten staan, zei mijn moeder dan. Die voorspelde opwarming, zouden de mensen na ons dan minder uitglijden? Kwisvraagje: wat heeft de opwarming met het woord (oet)litse te maken? Hint: het Heerlens woordenboek van 1884 heeft glitsje.

Terug naar de opwarming. Minder vorst? Code Geel dus voor woorden als slebrikke, sjliddere ofwel Hollands ‘baantje glijden’, ocharm. Kan best, maar je kunt veel woorden ook in een andere betekenis gebruiken. Ik vertaal uit het woordenboek van Gronsveld: eine d’roetlit­se, aan de deur zetten, netjes buitenwippen zoals de Vlamingen klappen. Zo wil ik Oos Taal graag hebben: Schwung, humor, nieuwe kijk op wat vervelend lijkt. Het woorden­boek van Echt zegt: wie Jeu de lotto wón leet hae ‘t ‘m lit­se; dat is taal, en Jeu is geen Frans spel maar Mathieu of soms Joost. Taal: niet dat gezever over de juiste uitspraak.

Allez, niet knotere, maar de Leffe litste (?) niet goed toen ik dit noteerde, en dan kan men geen lit­spoejer (glijmiddel) gebruiken zoals vroeger op de dansvloer gestrooid werd als de planken wat ruw waren. Tegenwoordig heeft men bij die meer dan duizend dancefestivals die NL kent andere poeders. In de andere versie van Lidioom viel mij wat moois te binnen, een duet van ruisen en roes – dat ga ik niet helemaal vertalen. Toevallig gevonden, nou ja: je moet wel aan het schrijven zijn, wandelen met woorden en nieuwsgierig kijken. Het zal duidelijk zijn dat de woorden uit hun boeken moeten komen. Misschien kun je ze wel ruilen. Ik heb litsetig in de aanbieding: glijerig (komt rode streep onder, jammer).

Oh ja, de kwis. Dat oude glitsje zou familie zijn van het Franse glacier,  gletsjer; denk ook aan glace en gelato, of is het daar nu te koud voor?

Reageren? Schrijf naar: redactie@veldeke.net

 

Lidioom is onze wekelijkse rubriek over het eigene van de Limburgse taal. Alle voorgaande afleveringen kunt u terugvinden in ons archief.